Play Mental wint zendtijd op Sky Radio
Friends
Ander Play Mental nieuws
In the field
Samenwerking met Penitentiaire Inrichting
In the field
Koninklijke pitch bij MIND Us
Friends
Play Mental wint reclamezendtijd op Sky Radio
Social
Instagram live sessies tijdens de Mental Health Week
Friends
Nathan Rutjes
In the field
EuroCollege lovend na bezoek Play Mental
In the field
Eerste sessie op Nyenrode
Interview
Play Mental bezoekt Humberto bij NPO Radio 1
“Elk kind heeft talent en moet op zoek naar zijn eigen lat.”
Nathan Rutjes
Nathans verhaal
“Elk kind heeft talent en moet op zoek naar zijn eigen lat. Of dat nu tekenen is, voor een camera staan, een presentatie geven of dansen, ik geloof dat ieder kind talent in zich waarborgt.”
“Ik heb me in mijn hele carrière enorm verbaasd over zaken die me zijn overkomen. Toch heb ik me in die veertien jaar staande kunnen houden door vooral dichtbij mezelf te blijven. Zo heb ik me altijd enorm verbaasd over de handelswijze van mensen ten opzichte van elkaar. Die handelswijze is vaak bijzonder, en was soms zelfs respectloos, in mijn ogen. In mijn tijd bij Roda JC gebeurde bijvoorbeeld erg veel. Zo was er een reorganisatie. We zijn op trainingskamp en de trainer zegt tegen de groep, dus ook tegen mij: “Ik heb vertrouwen in deze groep en we gaan met deze groep in de tweede seizoenshelft verder.” Vervolgens komt er de dag erna, nog altijd op trainingskamp, een bus aangereden met acht of negen nieuwe spelers. Allemaal geregeld door de nieuwe voorzitter. Dat is natuurlijk geen enkel probleem, dat is de voetballerij ten voeten uit. Vervolgens zit je in de kleedkamer en ga je de stoeltjes in de kleedkamer tellen. Even later word ik op het kantoor geroepen, waar de trainer tegen mij zegt: “Je gaat uit de kleedkamer, Nathan.” “Ok trainer, ik had dit al een beetje ingecalculeerd. Hoe ziet u het verder voor u?”, reageerde ik. De trainer zei: “Tja Nathan, de uitkleedkamer dat gaan we niet doen, maar daarnaast zit het dopinghok.” Ik was de enige die hij uit de kleedkamer zette en toen heb ik dus, als 32-jarige, een halfjaar lang, tot de nacompetitie, alleen in het dopinghok gezeten.
Toen dacht ik: “Ik kan twee dingen doen. Ik kan nu mijn makelaar bellen en hem vertellen dat het niets wordt, maar ik kan ook denken, ik ben een jongen uit Rotterdam, van de straat, dit gaat me niet gebeuren. Ik blijf gewoon lachen, ik ga gewoon gas geven en we zien wel.” Dus elke dag loop je, met je tasje, langs de kleedkamer waar ondertussen 24 man in zaten, naar het dopinghok. En dan mocht ik alleen maar meetrainen en dan weer terug naar het dopinghok. Dan voel je je een kleine jongen. Uiteindelijk werd de trainer ontslagen, en nam een ander het over en ik kreeg weer een bepalende rol in de groep. Maar wat niemand heeft geweten is dat ik in al die interviews in de tussentijd altijd positief ben gebleven. Ik heb dit verhaal nooit naar buiten gebracht. Niemand weet dit behalve de mensen intern bij Roda JC. Dus ik heb naar buiten toe altijd de club beschermd, en mijn medespelers. En dat terwijl ik in een fase zat waarin ik thuis kwam en me dan realiseerde hoe onterend dit eigenlijk was. Ik voelde toen een soort stoerdoenerij in mijzelf. Je houdt jezelf groot want je wilt het niet laten merken aan ploeggenoten, collega’s, technische staf, dat dit je raakt omdat dat in de voetballerij gevaarlijk is. Als ze weten waar je kwetsbare punten liggen, dan kunnen ze daar wel eens gebruik van maken. Maar ik ging terug naar de basis. Relativeren. Je realiseert dan pas wat belangrijk is in je leven. Mijn gezin is gezond, we hebben te eten. Ik mag elke dag voetballen in een stadion. Ik beleefde mijn succes zelfs veel meer door het stellen van micro doelen.
“In de voetballerij werkt men heel veel met de waan van de dag en met direct presteren. Maar men vergeet dat ontwikkeling een proces is. Daar is te weinig oog voor. We kunnen echt wel veel meer betekenen, omdat wij ook een weerspiegeling van de samenleving zijn. Als ik hier binnen Sparta kijk dan zijn hier kinderen die soms naar de club komen terwijl ze nog niet eens ontbeten hebben. Hoe kunnen we dan van kinderen vragen dat ze hier maximaal presteren? Als we voor zulke dingen geen oog hebben, dan stagneert hun proces. Helaas denkt nog niet iedereen zo.”
In het laatste jaar van mijn carrière speelde ik vrijwel niet meer. Toen dacht ik bij mijzelf dat ik wel iets moest hebben waardoor die wedstrijden leuk zouden blijven. Dan ging ik op de bank zitten en dacht ik: “Ok Nathan, je gaat kijken wie van de tegenstanders het beste speelt en daar vraag je aan het einde van de wedstrijd het shirt van.” Daar haalde ik dan weer mijn plezier uit. Dus ik was helemaal niet meer bezig met het gegeven dat mensen mij pijn konden doen. Of dan kwam ik binnen en dan ging ik me afvragen hoeveel kinderen nu in mijn schoenen zouden willen staan, ondanks dat ik weer op de bank zit. Iedereen betaalt hier €500 voor een seizoenskaart maar ik zit gewoon eerste rang. En als de trainer me nodig heeft, dan geef ik gas, en dan probeer ik de mensen te plezieren.
Misschien dat ik, met de wetenschap van nu, wel iets meer de uitdaging richting de trainer had moeten zoeken. Meer tegengas had moeten geven. Nu was het voor de trainer best wel makkelijk, omdat Nathan blijkbaar in het dopinghok ook prima zat. Maar ik ben niet zo. Ik zoek het heel vaak bij mijzelf. Ik dacht altijd dat de trainer wel zijn beste spelers op zal stellen en dat ik daar dus, in zijn ogen, blijkbaar niet bij hoor.
“Als ik door mijn verhaal te delen al één iemand kan helpen, dan ben ik een blij mens.”